Doggy Paradise De hondenuitlaatservice van Gouda en omstreken
Inentingen
Onze hond is heel belangrijk voor ons. Het is een lid van de familie. We besteden veel aandacht aan de gezondheid van ons huisdier; goede voeding, goede verzorging en aandacht zijn dingen waar we veel waarde aan hechten. Ook willen we liever niet dat ze ziek worden en we doen er zo veel mogelijk aan om dat te voorkomen. Als het dier dan toch ziek wordt, gaan we naar de dierenarts om hem beter te laten maken. Helaas zijn er nog steeds ziekten waartegen geen goede medicijnen bestaan en die dus niet of niet goed behandeld kunnen worden. Gelukkig is het mogelijk om honden tegen de meest gevaarlijke en besmettelijke ziektes hiervan te beschermen door ze te laten enten.
Wat gebeurt er bij een enting?
Wanneer een hond een ziekte doorstaat, zal hij tijdens de ziekte en het herstel
antistoffen aanmaken, waardoor hij een tijd lang beschermd wordt tegen een volgende
infectie. (Vergelijk maar met uzelf: na een goede griep bent u in de periode
daarna niet gevoelig voor een volgende infectie. Die bescherming loopt wel terug
waardoor het volgende jaar wel weer griep kunt krijgen) Met een enting proberen
we een infectie te imiteren. Doordat het vaccin verzwakte of dode ziekteverwekkers
bevat zal het dier er niet ziek van worden, maar het afweerapparaat zal wel
reageren. Door deze reactie worden afweerstoffen en afweercellen gevormd tegen
de ziekte waartegen geent is. Door deze afweerstoffen is de hond gedurende periode
beschermd tegen deze ziekte.
Wanneer en hoe vaak moet een hond geent worden ?
Het beste tijdstip voor een enting hangt af van verschillende factoren. Zo komen
bepaalde ziekten vooral bij jonge honden voor, andere bij dieren van alle leeftijden.
Daarnaast hebben we bij pups ook nog te maken met de afweerstoffen die via de
melk van moeder op pup zijn doorgegeven. Deze afweerstoffen en het feit dat
het afweer- apparaat van de pup zich eerst moet ontwikkelen hebben tot gevolg
dat we niet bij zeer jonge honden kunnen enten. De eerste enting wordt daarom
op 6 weken leeftijd gegeven. Ook de omstandigheden waarin het dier leeft zijn
van invloed: moet de hond naar tentoonstellingen of zitten er meerdere honden
in een kennel, moet de hond gedurende een periode naar een dierenpension. Ook
bestaan er verschillen tussen de verschillende ziekten, tegen bepaalde ziekten
bestaat na een enting een langduriger bescherming dan bij andere ziekten. Al
deze verschillende factoren kunnen er toe leiden dat niet alle honden even vaak
en op verschillende tijdstippen geent moeten worden. Hieronder wordt een standaard
entingprogramma gegeven voor de hond.
Een entingschema
Puppies
Als de pup ongeveer 6 weken oud is, krijgt hij zijn eerste enting, de zogenaamde
“puppy-enting”. Deze enting is eigenlijk een hele bijzondere. Omdat het hondje
nog veel antistoffen van zijn moeder in het lichaam heeft tegen hondenziekte
kan er niet met verzwakt hondenziektevirus geent worden omdat dan de moederafweerstoffen
al het werk zouden doen en het hondje zelf geen afweerstoffen aan zal maken.
Daarom wordt er geent met verzwakt mensenmazelenvirus (!!!). Dit lijkt heel
erg op hondenziektevirus maar is net anders, de moederafweerstoffen kunnen daarom
niet reageren. De pup zal er zelf afweerstoffen tegen maken en daardoor beschermt
zijn tegen hondenziekte. Tevens bevat deze enting ook het parvovirusvaccin,
waardoor de hond ook hiertegen afweer zal ontwikkelen.
Op 9 weken wordt de hond voor de tweede keer geent, vaak wordt dan een enting tegen het parvovirus en tegen de ziekte van Weil gegeven. Op 12 weken leeftijd krijgt de hond de laatste enting van zijn eerste levensjaar, de cocktail. Door deze cocktailenting ontwikkelt de hond bescherming tegen hondenziekte, besmettelijke lever- ziekte, het parvo-virus, para-influenza (= een van de veroorzakers van kennelhoest) en leptospirose.
Hierna is de hond beschermd tegen de belangrijkste besmettelijke ziekten. Om deze bescherming op peil te houden moet de hond elk jaar opnieuw geent worden.
Naast deze standaard entingen zijn er nog bijzondere gevallen waarbij de hond extra geent moet worden.
Buitenland
Als de hond (of kat) mee naar het buitenland gaat, moet hij minimaal 30 dagen
en maximaal 12 maanden voor vertrek geent zijn tegen hondsdolheid (=rabies).
Voor sommige landen, Engeland en de Scandinavische landen, moet door middel
van bloedonderzoek aangetoond worden dat de enting effectief genoeg geweest
is. Vraag daarom altijd aan uw dierenarts voldoende ver van te voren, welke
maatregelen u moet nemen om de hond mee op vakantie te kunnen nemen.
Daarnaast komen in de zuid-europese landen ook een aantal besmettelijke ziekten voor (onder andere leishmania en babesiose) die hier niet voorkomen. Tegen sommige van deze ziekten kan ook een extra enting gegeven worden. Ook hiervoor geldt, vraag advies aan uw dierenarts.
Pension / tentoonstellingen
Als de hond in het pension gaat gedurende bijvoorbeeld de vakantie, komt hij
in een omgeving met veel andere honden, waardoor de kans op overdracht van ziektes
natuurlijk groter is dan wanneer hij thuis is. Een belang- rijke ziekte die
dan de kop op kan steken is kennelhoest, een verkoudheid die zeer ernstig kan
worden en zelfs longontsteking kan geven. Daarom is het in vele pensions verplicht
om een speciale enting tegen kennelhoest te laten geven, voor de hond het pension
in gaat. Informeer ook hierover ruim van te voren bij het pension, want ook
deze enting moet tijdig gegeven worden. Ook als een hond regelmatig naar shows
en dergelijke moet is de kans dat hij met kennelhoest in contact komt groter.
Daarom is het ook verstandig om deze honden tegen kennelhoest te enten.
A. Roos
Dierenarts
Dierenkliniek Korte Akkeren Emmastraat 29 Gouda
Tel. 0182-518995
www.dierenkliniekkorteakkeren.nl